Blijf op de hoogte
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.
De meerderheid van het Europese Parlement heeft 17 Januari vóór een richtlijn gestemd. Het gaat om de richtlijn met betrekking tot het geven van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken op gebied van de groene transitie. Wat gaat dit nu precies betekenen voor duurzaamheidclaims?
Naast het in begin 2023 gepubliceerde voorstel voor een Green Claims-richtlijn, verscheen er een jaar daarvoor al een voorstel voor Richtlijn (EU) 2024/825 om de positie van de consument in de groene transitie te versterken. Het voorstel voor de richtlijn is nu officieel goedgekeurd en gepubliceerd.
De nieuwe Richtlijn (EU) 2024/825 zal twee bestaande richtlijnen aanpassen. Het gaat om Richtlijn 2005/29/EC betreffende Oneerlijke Handelspraktijken en om Richtlijn 2011/83/EU betreffende Consumentenrechten. De richtlijn is dus niet een op zich zelf staande nieuwe richtlijn. Met betrekking tot duurzaamheidsclaims is met name de aanpassing van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken relevant.
Om te beginnen worden aan Artikel 2 van Richtlijn 2005/29/EC een aantal definities toegevoegd. Zo worden onder andere de definities van ‘milieuclaim’, ‘generieke milieuclaim’, ‘duurzaamheids-keurmerk’, ‘certificeringsregeling’ en ‘erkende voortreffelijke milieuprestaties’ toegevoegd. Met de laatste term worden milieuprestaties bedoeld die in lijn zijn met Verordening (EU) No 66/2010 betreffende het EU Ecolabel; of met officieel erkende nationale of regionale milieukeurregelingen; of andere EU top milieuprestaties.
De nieuwe richtlijn definieert een certificeringsregeling als ‘een verificatieregeling van een derde waarmee wordt gecertificeerd dat een product, proces of bedrijfsactiviteit aan bepaalde vereisten voldoet’. Bij naleving mag vaak een overeenstemmend duurzaamheidskeurmerk worden gebruikt door de handelaar.
Naast de definitie zijn er ook wat vereisten aan certificeringsregelingen toegevoegd. Zo moet de regeling transparant, eerlijk, en niet discriminerend zijn tegenover alle handelaren die bereid en in staat zijn om aan de eisen van de regeling te voldoen. Dit betekent dat bedrijfsduurzaamheidskeurmerken gebaseerd op zelfontwikkelde regelingen niet meer toegestaan zijn. Daarnaast moeten de eisen van de regeling ontwikkeld zijn in overleg met experts en belanghebbenden. Verder moet de regeling procedures bevatten met betrekking tot niet-naleving. Ook moet het voorzien in de intrekking of opschorting van het gebruik van het duurzaamheidskeurmerk bij niet-naleving. Tenslotte moet er een procedure zijn om de naleving van de vereisten te monitoren. Een competente onafhankelijke derde partij moet deze monitoring uitvoeren.
Daarnaast wordt Artikel 6 met betrekking tot misleidende handelingen uitgebreid. Zo worden nu ook milieu- of sociaal gerelateerde eigenschappen en circulariteitsaspecten (zoals duurzaamheid, repareerbaarheid en recyclebaarheid) genoemd als voornaamste kenmerken van een product waarbij de consument kan worden misleid. Daarnaast is een toevoeging in Artikel 6 dat een milieuclaim over toekomstige milieuprestaties zonder duidelijk, objectieve en controleerbare doelstellingen en zonder controleerbare verplichtingen niet is toegestaan. Daarbovenop is het ook niet toegestaan om reclame te maken voor (milieu)voordelen die niet relevant/significant zijn en die niet voortvloeien uit een kenmerk van het product of bedrijf.
Verder is Artikel 7 over misleidende omissies uitgebreid met een extra alinea over het vergelijken van producten. Voortaan moet bepaalde informatie verplicht beschikbaar zijn wanneer producten of leveranciers worden vergeleken met betrekking tot milieu- of sociaal- gerelateerde kenmerken of over aspecten van de circulariteit. De informatie moet duidelijk de gebruikte vergelijkingsmethode vermelden. Zowel de vergeleken producten en leveranciers als de getroffen maatregelen om de informatie up-to-date te houden.
Naast de aanpassingen van de artikelen wordt ook Bijlage I van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken aangepast. Bijlage I bevat een opsomming van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd. Hier zijn een aantal praktijken toegevoegd die met duurzaamheidsclaims te maken hebben. Zo is het gebruiken van een duurzaamheidskeurmerk die niet is gebaseerd op een certificeringsregeling of niet is opgesteld door een overheidsinstelling niet toegestaan.
Daarnaast zijn generieke milieuclaims, zoals ‘milieuvriendelijk’ en ‘goed voor de koeien’, niet toegestaan als de handelaar niet kan aantonen dat er sprake is van relevante erkende voortreffelijke milieuprestaties met betrekking tot de claim. Daarbovenop zijn milieuclaims met betrekking tot het hele product of het hele bedrijf van de handelaar verboden wanneer het alleen betrekking heeft op bepaalde aspecten van het product of specifieke activiteiten van het hele bedrijf. Tenslotte mag er niet meer geclaimd worden dat een product een neutraal, verminderd of positief effect heeft op het milieu met betrekking tot broeikasgasemissies wanneer dit gebaseerd is op het compenseren van broeikasgassen.
De verwachte Green claims richtlijn gaat in vergelijking met bovenstaande richtlijn dieper in op milieuclaims. Zo staan er onder andere eisen over wat bedrijven moeten doen om milieuclaims te bewijzen en hoe ze dit moeten formuleren. Het is de bedoeling dat de Green claims richtlijn en de richtlijn besproken in dit artikel gaan samenwerken om greenwashing op Europese niveau aan te pakken. De Green claims richtlijn wordt momenteel nog besproken in de commissiefase in het Europees Parlement. Het is niet bekend hoelang dit nog gaat duren.
Momenteel hebben wij in Nederland al te maken met de Leidraad duurzaamheidsclaims van de Autoriteit Consument en Markt en de Code voor duurzaamheidsreclame van de Stichting Reclame Code. De nieuwe geïntroduceerde Europese regels werden al grotendeels gehandhaafd in Nederland.
Het voorstel is inmiddels officieel goedgekeurd door de Europese Council en is op 6 maart in het Publicatieblad van de EU verschenen. Lidstaten hebben tot uiterlijk 27 maart 2026 de tijd om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om aan de richtlijn te voldoen. Vervolgens dienen lidstaten deze bepalingen toe te passen vanaf 27 september 2026.
We hebben een training op het gebied van claims. Bekijk de trainingspagina Claims, keurmerken en reclame of neem contact op via info@precongroup.com, NL +31 (0)30 65 66 010 of BE +32 (0)11 26 99 07.
Abonneer je op onze nieuwsbrief, onze maandelijkse blik op food en non-food kwaliteitsmanagement.